Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens boog zich eerder dit jaar voor het eerst over klimaatzaken. Twee om precies te zijn. Zo onderzoekt het hof momenteel of de Zwitserse regering de mensenrechten schendt van een groep seniore vrouwen: de Klimaseniorinnen. Deze klimaatbeweging startte in 2017 al een klimaatzaak tegen de Zwitserse staat. De seniore vrouwen stelden dat het klimaatbeleid van de regering in strijd is met de grondwet, omdat het hun mensenrechten schendt. De zaak werd verworpen door de Zwitserse rechtbank, ook in hoger beroep. Maar de Klimaseniorinnen lieten het er niet bij zitten en stapten naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
De andere klimaatzaak die het hof momenteel onderzoekt, is die van Damien Carême, Europees Parlementslid en voormalig burgemeester van Groot-Sinten in het Noorden van Frankrijk. Hij klaagde de Franse staat in 2019 aan om haar gebrekkige klimaatbeleid, zowel in eigen naam als in de naam van ‘zijn’ gemeente. De gemeente werd door de rechter in het gelijk gesteld, maar de zaak vanuit eigen naam verloor Carême. Ook hij stapte naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Want, zo beargumenteerde hij, het ‘non-beleid’ van de Franse overheid verhoogt het risico dat zijn thuisadres door klimaatverandering zal worden getroffen.
De klimaatzaak in opmars
Bovenstaande klimaatzaken zijn onderdeel van een wereldwijde trend: de opmars van de klimaatzaak. Het Grantham Institute van de London School of Economics publiceert elk jaar een trendrapport over klimaatzaken en in de meest recente editie staat dat er wereldwijd inmiddels 2.341 klimaatzaken zijn aangespannen. Een belangrijke mijlpaal op dat gebied vond plaats in 2013, toen milieuorganisatie Urgenda samen met 900 mede-eisers de Nederlandse overheid voor de rechter daagde. De fameuze klimaatzaak was de eerste in zijn soort; nooit eerder moest een overheid voor de rechter verschijnen vanwege haar (gebrek aan) klimaatbeleid. De zaak werd na een juridische procedure van maar liefst zeven jaar definitief gewonnen, waarbij de overheid werd verplicht werd om in 2020 25 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990.
Sindsdien gaat het hard in klimaatzakenland. Van 1986 tot de Urgenda-zaak in 2013 werden er zo’n achthonderd klimaatzaken gevoerd. Sindsdien kwamen er ruim 1.500 bij. Maar belangrijker nog: er kwam een nieuw soort klimaatzaak bij. Overheden hoefden nog nooit voor de rechter verschijnen vanwege hun klimaatplannen, maar tegenwoordig loopt er in bijna elk Europees land wel een klimaatzaak tegen de overheid. De Duitse overheid werd in 2021 zelfs 15 keer voor de rechter gedaagd om klimaatredenen. Daarnaast worden er steeds meer klimaatzaken aangespannen tegen bedrijven. Wederom liep Nederland daarin voorop. Milieudefensie spande in 2018 een klimaatzaak aan tegen Shell en won die drie jaar later, al ging Shell wel meteen in hoger beroep. Milieudefensie liet kort daarna weten dat het 29 andere bedrijven, zoals Unilever, KLM en ING, op de korrel heeft. Als de klimaatplannen van deze grote vervuilers niet ambitieus genoeg zijn, zal Milieudefensie ook hen voor de rechter slepen.
Het kan in de (nabije) toekomst zelfs zo zijn dat de kopstukken van dergelijke bedrijven voor de rechter gedaagd worden. Op persoonlijke titel dus. Een logische ontwikkeling volgens Dennis van Berkel, legal counsel bij Urgenda: “Fossiele bedrijven weten al decennialang dat de producten die zij verkopen enorm schadelijk zijn. En ze hebben jarenlang hun best gedaan om overheidsmaatregelen te dwarsbomen die de overstap van fossiele naar duurzame energie versnellen. Het is niet meer dan logisch dat ook de top van die bedrijven daar verantwoordelijk voor wordt gehouden. Zeker gezien de fase van de klimaatcrisis waar we nu inzitten.”
Klimaatzaken zijn daarmee een belangrijk instrument geworden om overheden en bedrijven te forceren tot (ambitieuzere) klimaatactie. Veel klimaatzaken worden namelijk niet alleen aangespannen, maar ook gewonnen. “Van de negen klimaatzaken tegen overheden waar de hoogste rechter een uitspraak deed, werden er zeven gewonnen”, zegt Van Berkel. Dergelijke uitspraken leveren soms meteen al tastbare resultaten op. Toen een rechter in Duitsland oordeelde dat de overheid meer moet doen in de strijd tegen klimaatverandering, scherpte de Duitse regering een week later de klimaatambities aan. Zo wil het haar uitstoot van broeikasgassen nu met 65 procent reduceren in 2030, in plaats van 55 procent. En de doelstelling van netto nul werd vijf jaar naar voren gehaald, van 2050 naar 2045. “Nog steeds niet voldoende, maar wel een stap in de goede richting”, aldus Van Berkel.
Wat maakt klimaatzaken zo succesvol?
Volgens Van Berkel is het antwoord simpel: “Partijen die klimaatzaken aanspannen hebben meestal een vrij simpele eis: houd je aan de klimaatdoelen die je zélf gesteld hebt. Overheden erkennen dat klimaatverandering heel schadelijk is. In het Parijsakkoord hebben ze zelfs heel concreet onderschreven dat een wereldwijde temperatuurstijging van 1,5 graden Celsius te gevaarlijk is. Met andere woorden: er is helemaal geen discussie over het probleem. Daarom blijft alleen de vraag over: doe je genoeg om iets aan dat probleem te doen? Als het antwoord ‘nee’ is (wat in de meeste gevallen zo is), staan partijen die klimaatzaken aanspannen meteen behoorlijk sterk.”
Volgens Laura Burgers, jurist en expert op het gebied van klimaatzaken, is het succes van klimaatzaken ook te danken aan het feit dat milieubescherming steeds vaker wordt gezien als mensenrecht. Dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich nu buigt over de klimaatzaken aan het begin van dit artikel, is wat dat betreft een big deal. Want als straks de consensus is dat milieubescherming een mensenrecht is, worden toekomstige klimaatzaken waarschijnlijk massaal gewonnen. Burgers: “Mensenrechten mogen niet geschonden worden, ook niet door overheden. Zo simpel is het. Dat kun je afdwingen via het rechtssysteem en daar is in principe geen enkele vorm van onderhandeling over mogelijk.”
Dat bescherming tegen klimaatverandering inderdaad een mensenrecht is, wordt steeds meer en vaker erkend, merkt Burgers: “Vorig jaar namen de Verenigde Naties bijvoorbeeld een resolutie aan waarin stond dat toegang tot een schoon, gezond en duurzaam milieu een mensenrecht is. Dat is een mooi en veelzeggend teken aan de wand.”
Veel tijd, veel moeite
Maar ondanks de populariteit en overduidelijke voordelen van klimaatzaken, is het zeker geen perfect instrument om klimaatactie te forceren. Ten eerste is het aanspannen van een klimaatzaak een tijdrovende klus, die een lange adem vergt. “De Urgenda-zaak begon in 2012. Toen stuurde we de eerste brief aan de regering, waarin we een mogelijke dagvaarding aankondigden”, schetst Van Berkel. “Het eindigde in 2019 met een uitspraak van de Hoge Raad, die ons wederom in het gelijk stelde. Toen waren we dus al zeven jaar verder. Dat is tijd die we eigenlijk niet hebben in de strijd tegen klimaatverandering.” En zo gaat het helaas wel vaker. Zo ging Shell ook meteen in hoger beroep toen de rechter Milieudefensie in het gelijk stelde. En mocht de rechter in hoger beroep hetzelfde oordeel vellen, dan kan Shell ook nog naar de Hoge Raad stappen. “Shell zal het proces zo lang mogelijk vertragen”, verwacht Burgers. “In de tussentijd is het business as usual.”
Naast tijd, kosten klimaatzaken ook behoorlijk wat moeite. Ter illustratie: bij de Urgenda-zaak waren maar liefst 886 mensen uit talloze disciplines betrokken. “Hoe leg je uit dat bestaande juridische regels ook van toepassing zijn op het klimaatprobleem? Dat moet je bijzonder helder uiteen kunnen zetten, want rechters zijn geen klimaatexperts”, zegt Van Berkel. “Dat kan alleen als je de klimaatwetenschap en het juridische systeem heel goed snapt en dát vereist ontzettend veel expertise en toewijding.”
De uitspraak van de rechter
Een ander heikel punt van klimaatzaken is de uitspraak van de rechter. Van Berkel: “Klimaatzaken zijn een relatief nieuw verschijnsel en in veel gevallen is het de eerste keer dat een rechter ermee in aanraking komt. Daarom heeft niet iedere rechter voldoende kennis over klimaatverandering en de impact ervan. Tel daarbij op dat het best spannend kan zijn om overheden iets op te leggen en je snapt: de eisende partijen zullen niet altijd gelijk krijgen, ook als dat eigenlijk wel terecht zou zijn.”
Daarnaast zal de uitspraak van de rechter nooit ambitieus zijn, vult Burgers aan. “Het is immers niet aan rechters om politiek leiderschap te tonen”, zegt ze. “Wat rechters opleggen aan overheden en bedrijven zal daarom altijd een minimum zijn. Dat zag je terug in de Urgenda-zaak. Urgenda eiste een CO2-reductie van 25 tot 40 procent in 2020. De rechter ging aan de onderkant zitten en legde een reductie van 25 procent op. Ambitie tonen is en blijft een taak voor politici.”
Steeds meer klimaatzaken
Een perfecte aanjager van klimaatactie is de klimaatzaak dus (nog) niet. Toch verwachten Burgers en Van Berkel dat het aantal klimaatzaken in de toekomst alleen maar toeneemt. En dat dat wel degelijk meerwaarde heeft. “Klimaatzaken maken het niet alleen mogelijk om klimaatactie af te dwingen”, zegt Burgers. “Ze zorgen ook voor meer bewustzijn over de ernst van het klimaatprobleem en vergroten de wereldwijde consensus dat er écht iets moet gebeuren.”
De eerdergenoemde Klimaseniorinnen uit Zwitserland zijn daar een perfect voorbeeld van. Wat in 2016 begon als een klein clubje seniore vrouwen is inmiddels uitgegroeid tot een serieuze klimaatbeweging met meer dan 2.300 leden. En dat is slechts één voorbeeld van burgers die de handen ineen slaan en juridische stappen nemen. In België spande het initiatief Klimaatzaak bijvoorbeeld een zaak aan tegen de Belgische overheid, waar inmiddels bijna 70.000 Belgische inwoners zich achter schaarden.
Ook voor Urgenda betekende de gewonnen zaak veel meer dan het vonnis zelf, zegt Van Berkel: “Ons doel is natuurlijk om de duurzame transitie te versnellen. De gewonnen klimaatzaak zorgde ervoor dat dat veel hoger op de agenda kwam te staan, zowel in de politiek als maatschappijbreed. En dát zorgde ervoor dat we het meer over de mogelijke oplossingen konden hebben.”
Wie betaalt klimaatschade?
Hoe de klimaatzaak zich in de toekomst precies ontwikkelt, is koffiedik kijken. Maar Van Berkel heeft er wel ideeën bij. “Een vraag die steeds belangrijker zal worden, is: wie betaalt er voor klimaatschade? Dat is aan de rechter, maar wie de schade heeft veroorzaakt, kunnen we steeds nauwkeuriger bepalen. een vraag die we steeds nauwkeuriger kunnen beantwoorden. De wetenschap kan bijvoorbeeld steeds beter vaststellen wat het aandeel van klimaatverandering is bij bepaalde weersextremen, zoals overstromingen, hitte en droogte. En we weten tegenwoordig ook hoeveel schadelijke emissies een land of bedrijf precies uitstoot en in hoeverre zij verantwoordelijk zijn voor het klimaatprobleem. Ik denk dan ook dat klimaatzaken over de kosten van klimaatmitigatie en -schade in de toekomst waarschijnlijk steeds vaker gevoerd zullen worden.”
Fotografie headerbeeld van Klimaseniorinnen: ANP/ Jean Francois Badias
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.