Huidverzorging is zo oud als de weg naar Rome. Olie, vet en andere ingrediënten uit de natuur werden al in het Oude Egypte gebruikt om te beschermen tegen zon, insecten en om er jonger uit te zien. Maar met de tijd kwam steeds meer vervuiling in cosmetica terecht: onuitspreekbare lettercombinaties en ingrediënten als microplastics, PFAS en siliconen. Slecht voor je eigen huid én slecht voor het milieu, omdat ze vaak niet afbreekbaar zijn. 

Portretfoto van Cathy en Angela Ursem, oprichters van Food for Skin
Cathy en Angela Ursem, oprichters van Food for Skin.

Een doorn in het oog van Cathy Ursem. Ze had decennia lang een huidsalon, waarbij ze zich de laatste twintig jaar steeds meer ging richten op natuurlijke verzorging. “Als ik met synthetische producten had gewerkt, voelde ik aan het einde van de dag dat mijn handen droog en ruw waren. Dat kan niet goed zijn voor je gezicht.” Ze bundelde haar krachten met haar zus Angela, die na een marketing carrière bij grote corporates tien jaar geleden besloot voor bedrijven met impact te willen werken. “Ik wilde niet meer meewerken aan doelloos consumentisme. Marketing kun je ook inzetten om positieve impact te maken.”

Samen begonnen ze vier jaar geleden Food for Skin: een bedrijf dat 100 procent natuurlijke huidverzorgingsproducten maakt voor alle genders en leeftijden. “We zijn twee zussen op een missie om de beautyindustrie weer mooi te maken”, legt Angela uit. “Waar mogelijk, produceren we duurzaam.”  De zussen vertellen wat daar allemaal bij komt kijken, van het verzamelen van ingrediënten tot duurzame bezorging op jouw deurmat.

Stap 1: Ontwikkelen

Samen met een cosmetische samensteller, iemand die recepten maakt voor cosmetica, gingen de twee zussen om de tafel voor de receptuur van hun producten. Het eerste product? Een reiniger. “Goede huidverzorging is gebaat bij een goede, milde reiniger.” Aan veel producten wordt onnodig veel water toegevoegd. Een verdund product raakt sneller op, een slim marketingtrucje. “Wij voegen geen water toe waardoor je werkt met een puur product dat langer meegaat.” 

Duurzaamheid betekent ook: kijken wat consumenten écht nodig hebben. In totaal biedt Food for Skin elf producten aan, variërend van dagcrème tot zonnebrand en van lipbalsem tot serum. “Je hebt geen routine nodig van allerlei verschillende potjes”, legt Cathy uit. “Een reiniger, een dagcrème en in de winter een serum om je huid extra te voeden, is echt genoeg.”
Eerst moest het beste recept gemaakt worden, vervolgens kwam duurzaamheid om de hoek kijken. “In een serum zitten bijvoorbeeld al elf ingrediënten. Als je duurzaamheid heel zwaar mee laat wegen voordat je überhaupt begonnen bent, kom je niet heel ver.” Een duurzaam product moet ook gewoon heel goed zijn, benadrukt Angela. “Het moet van hele hoge kwaliteit zijn. Want als consumenten je producten één keer kopen en dan niet meer, werkt je missie niet.” 

Dat dat geslaagd is, blijkt wel uit de Dutch Beauty Awards voor Groen Merk en voor Talent van het jaar, die in het eerste jaar werden binnengesleept. “Zeker die tweede prijs, die niets met duurzaamheid te maken had, was voor ons belangrijk. Het laat zien dat we écht een goed product hebben.”

Stap 2: Ingrediënten verzamelen

De volgende stap is de ingrediëntenlijst: waar haal je die vandaan? Veel van de ingrediënten komen uit groenten en fruit: tomatenzaadolie voor de dagcrème, broccolizaadolie voor het pompoenserum en frambozenzaadolie voor de zonnebrand. Om de ecologische voetafdruk zo laag mogelijk te houden, is een deel afkomstig uit reststromen. Schillen of pitten die door hun uiterlijk niet geschikt zijn om te consumeren of simpelweg als afval gezien worden. Zaden die door weinig kiemkracht nooit uitgroeien tot planten, maar wel waarde hebben. “In het beste geval eindigt dat nu als veevoer, maar je kan er zoveel meer mee.”

Een voorbeeld: terwijl biologische Italiaanse tomaten verdwijnen in een pastasaus in de buurt van Bologna, gebruikt Food for Skin de schillen en pitten die overblijven om hun dagcrème te produceren. Frambozenzaadolie dat overblijft uit een frisdrankfabriek komt in de zonnebrand van Food for Skin terecht. 30 procent van de ingrediënten wordt nu gewonnen uit dit soort vormen van upcycling, maar het streven is om daar elk jaar vijf procent aan toe te voegen. “Dat klinkt misschien niet als veel, maar veel van de reststromen waar wij naar op zoek zijn, zijn er nog niet. Of ze leveren te onregelmatig grondstoffen op.”

Daarom is Food for Skin constant op zoek naar nieuwe reststromen. Binnenkort is de pompoenzaadolie voor een serum bijvoorbeeld afkomstig van een biologische pompoenkweker in Nederland. Angela las in een lokale krant over de boer en zijn gebroken pitten die overblijven. De meeste pitten worden gebruikt voor consumptie, bijvoorbeeld verwerkt in broden, maar degenen die stuk zijn, gaan de prullenbak in. Food for Skin wacht nu op groen licht om de pitten te kunnen gebruiken. “Voordat je producten mag gebruiken voor cosmetica, moeten deze uitgebreid getest worden in laboratoria. Dat duurt zo’n vier maanden, voor elke nieuwe soort pompoenpit begint het onderzoek weer van voor af aan.

Stap 3: Produceren

Is de ingrediëntenlijst compleet? Dan worden de ingrediënten in één van de drie fabrieken in Europa verwerkt tot huidverzorgingsproducten. Grote vaten broccolizaadolie staan opgestapeld in een fabriek in Alkmaar. Vanuit Noord-Europa komt de bosbessenolie aan in Drachten. En uit verschillende hoeken van Italië komt de appelolie aan in Bologna. “De 100 verschillende grondstoffen die we gebruiken, komen bijna allemaal van oorsprong uit Europa. Daar trekken we qua ecologische footprint ook echt de grens.”

Bij het samenstellen van de producten vonden de zussen het belangrijk dat de naam van het product overeenkomt met de daadwerkelijke inhoud. “Wist je dat je met één procent avocado-olie een product al mag aanprijzen onder die naam?”, vraagt Cathy vol ongeloof. Omwille van transparantie proberen zij het tegenovergestelde te doen: in de dagcrème Tomate Base Cream zit bijvoorbeeld 74 procent tomaat. En het pompoenserum telt 56 procent pompoenzaadolie. “Op die manier ben je echt eerlijk over wat je produceert.” Ook de geur van de groenten en fruit komen in de meeste producten terug. “Behalve bij de tomaten-dagcrème en de wortel-reiniger, daar hebben we etherische oliën aan toegevoegd, anders rook het wel heel aards”, grinnikt Angela.

Synthetische producten die in crèmes zitten zijn vaak vervangers van natuurlijke producten. “Onze ingrediënten zijn dus eigenlijk wat oorspronkelijk gebruikt werd. Daar konden we op teruggrijpen”, zegt Cathy. In veel crèmes zitten bijvoorbeeld siliconen verwerkt om een zacht gevoel te geven op je huid. “Daar hebben wij broccolizaadolie voor gebruikt, waarmee je meteen microplastics uitsluit.”

Door een combinatie van eigen kennis en hulp van de cosmetisch samensteller werd zo voor elk ingrediënt een natuurlijk alternatief gevonden. “Het is lang niet zo exotisch als het soms klinkt. Lycopeen is bijvoorbeeld een stof die veel gebruikt wordt in crèmes, maar dat zit gewoon in tomaten. Daar krijgen ze hun rode kleur van. Wij noemen het expliciet tomaat, omdat we willen dat mensen weten wat ze smeren. Al onze ingrediënten zijn in principe eetbaar. Lekker zal het niet zijn, maar het kán wel”, lacht Angela.

Stap 4: Verpakken

Veel van de verpakkingen van Food for Skin zijn gemaakt van gerecyceld, biofotonisch glas uit Europa, dat ervoor zorgt dat Uv-stralen niet binnendringen. Zo is het product zes maanden langer houdbaar dan in standaard glas. Ook al is het recyclingpercentage van glas hoog, hergebruiken heeft de voorkeur. “We zijn druk bezig met het testen van navulverpakkingen.” 

Voor de bedrukking van de glazen verpakkingen gingen die voorheen het hele land door, maar daar is het bedrijf mee gestopt. “We hebben nu labels, die we erop plakken. Dat maakt het straks ook makkelijker om de verpakkingen opnieuw te gebruiken.” Bij inzamelpunt Droppie kun je je verpakkingen weer inleveren als consument, in ruil voor korting op een nieuw product.

De verpakkingen die wel van plastic zijn – zoals die van de zonnebrand – zijn gemaakt van 100 procent gerecycled Nederlands bouwafval. De big bags om afval af te voeren zijn door het gewicht eenmalig bruikbaar, in de tubes van Food for Skin vinden ze een nieuwe bestemming.

Stap 5: Verzenden

Als alle producten zijn aangekomen in het distributiecenter in Heemskerk, is het daar wachten op de bestellingen. Die komen voornamelijk uit Nederland en een klein gedeelte uit andere delen van Europa. “Zolang we niet op een ander continent kunnen produceren, verkopen we vanwege onze ecologische voetprint alleen hier.” De verzending gebeurt per fietskoerier waar mogelijk en met de focus op elektrisch vervoer als de fiets te ver is. “Maar er zal ongetwijfeld ook een dieselbus tussen zitten, dat hebben we niet altijd in de hand.”

Op de verzendverpakkingen heeft Food for Skin wel invloed. Het verpakkingsmateriaal wordt gewonnen uit landbouwafval. De brochures zijn gemaakt van tomatenafval. “En de binnenkant van de doos bedrukken we met een print van ontkiemde zaadjes, zonder Food for Skin -logo. Je kunt de doos binnenstebuiten keren en gebruiken als bewaardoos of cadeauverpakking. Dit hoeft zeker niet bij het oud papier te belanden.”

Consumenten worden op verschillende manieren gestimuleerd om niet te vaak bij Food for Skin te bestellen. “Bijvoorbeeld door grotere formaten flessen aan te bieden, korting te geven als ze twee dezelfde producten kopen of bundels van dagcrème en serum. Op die manier zijn de flesjes dan vaak op hetzelfde moment leeg.”

De lat voor gratis verzending ligt met 70 euro vrij hoog, erkennen de zussen. “Op die manier willen we stimuleren om alles in één keer te laten verzenden en na te denken of je iets echt nodig hebt.” Vorige week kregen ze een telefoontje van het distributiecenter waar ze mee werken: verzendingen konden sneller bij de consumenten komen, maar dat zou wel resulteren in meer verzendmomenten. “Dat hebben we afgeslagen. We bezorgen liever duurzaam dan snel.”