Het meubilair bestaat nog uit niet veel meer dan wat plastic stoeltjes voor de steiger. Het toilet is een Dixi, maar gelukkig is de buurman op vakantie en mogen ze bij hem douchen. Over een goede week willen Tamara Beens en Patrick Bouwes met hun twee kinderen verhuizen naar hun nieuwbouwhuis aan de buitenkant van het Drentse Beilen, maar dat wordt de eerste tijd nog veredeld kamperen. Zo zijn nog niet alle kamers af, inclusief de badkamer, ontbreekt de trap naar de eerste verdieping en hebben ze een tijdelijk keukenblok. “Als je niet eerst in een onaf huis hebt gewoond, hoor je er hier niet bij”, zegt Patrick over de experimentele nieuwbouwwijk Lievingerveld – waar her en der ook nog caravans op de kavel staan.
Je gang gaan
Als het af is, hebben ze ook wel echt iets bijzonders: een huis van natuurlijke materialen – stro en hout – dat ook nog eens ‘passief’ is, dus niet verwarmd hoeft te worden. In Lievingerveld mogen de bewoners hun gang gaan bij het ontwerp van hun huis, net zoals in het bekende Oosterwold bij Almere, zolang ze zich aan de minimumeisen van het Bouwbesluit houden (over de veiligheid van het huis en de aanwezigheid van een toilet en badkamer onder andere). De wijk telt naast hun huis nog verschillende strowoningen, veel houtskeletbouw en tiny houses, maar dus ook standaard huizen, regelrecht uit de catalogus.
Tamara: “Wij hebben het huis zelf ontworpen en toen contact gezocht met een aannemer die gespecialiseerd is in strowoningen. Ik heb bouwkunde gestudeerd en altijd gedroomd van een strohuis. We dachten alleen dat het financieel niet voor ons was weggelegd.”
Prefab
Een huis met stro als isolatiemateriaal ademt meer dan traditionele materialen als steen- en glaswol en zorgt voor een gezonder binnenklimaat, legt Tamara uit. De stropanelen worden geleverd in een houten frame en worden ter plaatse gemonteerd. Aan de binnenkant van het huis werkt de aannemer ze af met een leemlaag. “Een huis van stro en modder”, zegt Patrick schertsend.
Ze kozen voor prefab-wandpanelen met geperst stro uit Litouwen. Die zijn duurder dan strobalen, maar zijn sneller te monteren – wat weer voordeel oplevert. “De bouw is in maart begonnen en nu zijn we mede dankzij die panelen al een heel eind. We wilden de dubbele kosten die je altijd met nieuwbouw hebt, zo laag mogelijk houden.”
De kosten binnen de perken houden, viel niet mee, zeggen Tamara en Patrick, hoewel Patrick zelf de aanleg van elektra en water voor zijn rekening nam. “De kosten van bouwmaterialen zijn enorm gestegen door de oorlog in Oekraïne. Voor stro geldt dat niet zozeer, maar wel voor hout en staal.”
Kierdicht
Bijzonder aan het huis is ook het ontbreken van verwarming. Hoe krijgen Tamara en Patrick dat voor elkaar? “We hebben flink geïnvesteerd in de schil van het huis. De strowanden zijn 40 centimeter dik en we hebben overal triple glas”, zegt Tamara. “Het huis is ook met tape kierdicht gemaakt. En mensen in huis produceren ook warmte die hierdoor beter blijft hangen.”
Ventilatie is dan wel belangrijk. Daarvoor heb je bij een passief huis een ventilatie met een warmte-terugwininstallatie nodig en optimaal gebruik van de zonnewarmte. Patrick: “We wilden eigenlijk een overstek (een houten luifel, red.) boven de woonkamer - die grote ramen heeft -, maar dat bleek te kostbaar. Gelukkig bieden de eiken aan de rand van onze kavel schaduw in de zomer. In de winter, als de zon laag staat, zijn de eiken kaal.”
Warm water voor de douche komt van een warmwatertoestel dat op een zogenaamde zoutaccu draait. “Dat hebben we gekozen als alternatief voor een zonneboiler. Die is duurder en heeft voor de winter een zogenaamde ‘doorstroomverwarmer nodig. Omdat we geen cv-ketel of warmtepomp hebben, kunnen we die doorstroomverwarmer niet laten draaien”, zegt Tamara.
Onbalans
In het dagelijks leven is Tamara als projectleider duurzaamheid van de gemeente Midden- Drenthe aanjager van de energietransitie. Toch speelt duurzame energie in de vorm van zonnepanelen maar een beperkte rol in het strohuis. Patrick: “We leggen wel wat panelen, maar het dak komt niet vol te liggen.” Tamara: “Bij veel duurzame huizen heb je een onbalans. De zonnepanelen leveren vooral energie in de zomer, als je ze niet nodig hebt voor je warmtepomp. In de winter brengen de panelen juist weer te weinig op voor de warmtepomp. Wij hebben die onbalans niet, omdat we niet verwarmen.”
In beton gegoten is dat allemaal nog niet. Tamara’s werkkamer heeft een raam op het noorden en zal in de winter waarschijnlijk aan de frisse kant zijn. “Dan plaatsen we een infraroodpaneel”, zegt Tamara. “Het belangrijkst is dat we hier echt gaan leven, en het huis ervaren. Dan zien we wel wat er nog nodig is om hier duurzaam en comfortabel te kunnen wonen.”
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.